Landschaps- en Natuurherstel: aanpassingen op detailniveau

De (her)inrichting van een gebied is een grote opgave waar veel partijen bij betrokken zijn. Zeker bij een gebied zo groot en divers als het beekdal van de Ruiten Aa. Hein Kuiper* van Staatsbosbeheer en Jeroen Kuipers* van Natuurmonumenten leggen uit op welke vlakken hun taken elkaar raken en waar ze verschillen. Zo is Staatsbosbeheer een zelfstandig bestuursorgaan van de rijksoverheid en Natuurmonumenten een vereniging met leden. Wel richtten ze zich allebei op natuurbehoud, en daar vallen zowel natuurherstel én landschapsherstel onder.

Vroeger werkten uitvoerende partijen zelden samen en verliep alles één op één via de provincie, maar vanaf 2005 bepaalde de regelgeving dat er niet meer uitgevoerd kon worden zonder afstemming met de omgeving en andere betrokken partijen. “De maatschappij is in die zin ten goede veranderd,” zegt Jeroen. “Vanaf 2005 zijn we veel projectmatiger gaan werken in de de groep EHS Westerwolde: per deelgebied met de hele groep. Het mooie daarvan is dat je het gehele project beter in beeld hebt. We hebben bijvoorbeeld in het verleden wel eens belangrijke punten op archeologisch vlak gemist. Door de samenwerking in de projectgroep wisten we dat het afschermen van de esgronden een wens van de archeoloog was en konden we dat meenemen.”

Beheer op detailniveau

Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer beheren beiden terreinen, op het zelfde niveau. “Wij richten ons op de landschaps- en natuurwaarde in het gebied en hebben ook oog voor recreatieve belangen,” legt Hein uit. “Daarom hebben wij een belangrijke stem bij de inrichting. Onze bijdrage gaat vaak over details tijdens de inrichting. Als je ergens grond weghaalt, hoe kun je die dan ergens anders gebruiken? Hoe zorgen we dat alle delen van de beek benut worden? Je kunt die details juist tijdens de uitvoering uitwerken.”

Landschapsherstel: Steilranden

Een voorbeeld van een detail in het landschapshersteil zijn de steilranden. Dat is precies zoals het klinkt: een abrupt hoogteverschil in de grond die een overgang markeert. “We dachten altijd dat de steilranden in het gebied natuurlijk waren ontstaan tijdens de ijstijd,” zegt Jeroen. “Maar archeoloog Jan Molema vertelde dat ze zijn aangelegd zijn als erfgrenzen.” Hein: “De hoogteverschillen in de esgronden (akkers) waren natuurlijk gevormd en zijn vroeger ook nog door mensen versterkt. Dit noemen we steilranden. Vervolgens zijn ze in de loop van de vorige eeuw vaak vlak gemaakt om zo grote éénvormige percelen te creëren, wat zorgt voor efficiëntere landbouw. Om het oorspronkelijke landschap weer terug te brengen, hebben we deze steilranden hersteld.” Andere voorbeelden van landschapsherstel zijn houtwallen, landswegen en de algemene topografie.

Natuurherstel: Grondverplaatsing

Op het gebied van details binnen natuurherstel noemde Hein al het verplaatsen van grond. Het gebied lag namelijk jarenlang vol zwaar bemeste landbouwgrond. Daarvan is nu de bovenlaag weggehaald om de oorspronkelijke, voedselarme grond bloot te leggen. Zo kunnen gras- en plantensoorten die zich daar thuis voelen weer volop groeien. “De verschraling is hersteld,” zegt Hein. “En daarmee ook wat vennetjes en poelen.” Maar wat gebeurt er met de voedselrijke grond die is weggehaald? “Die is onder andere gebruikt voor de akkers en esgronden,” zegt Jeroen. “Daar is die laag soms door erosie weggevaagd en konden we het juist weer herstellen. Soms is het ook te koop gesteld voor aangrenzende landbouw.” Andere voorbeelden van natuurherstel zijn het hermeanderen van de beek en de (te) diepe ontwatering van de beekdalgraslanden ongedaan maken.

Recreatie

Naast landschaps- en natuurherstel houden Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten zich ook bezig met recreatie. Veel recreatie bevindt zich namelijk midden in de natuur. “Er is hier al heel lang een wandelnetwerk,” zegt Jeroen. “Deze routes werden altijd door de terreineigenaren (Staatsbosbeheer, gemeente, provincie, Natuurmonumenten, particulieren) zelf onderhouden. Die paden zijn in de afgelopen 15 jaar onderdeel geworden van een groter geheel (lange afstandsroutes) en het terrein wordt nu beheerd door een breder netwerk.” “In het geval van het gebied Westerwolde heeft Staatsbosbeheer wat meer routes dan Natuurmonumenten heeft,” voegt Hein toe. “Dat komt doordat we veel bossen in Ter Apel en Sellingen in beheer hebben. Vooral dit hele natuurinrichtingsproject is een stimulans geweest om de routes te verbeteren en uit te breiden. Nu hebben we ook routes voor all-terrain-bikes (ATB’s). Het gebied is ook aantrekkelijker geworden, dus willen meer mensen ervan genieten.”

Kilometers succes

Zowel het landschapsherstel en de recreatie zijn een groot succes. Ook op het gebied van natuurherstel zijn er overwinningen, maar groeit en bloeit nog niet alles zoals het hoort. “Voor het natuurherstel vallen nog wel wat kanttekeningen te plaatsen, maar hopelijk blijft dat verbeteren,” zegt Hein. “De kleinschaligheid in het landschap is wel teruggebracht. Het gebied heeft echt een oppepper gehad.” Jeroen is het eens en vult nog aan: “Het feit dat we tientallen kilometers natuur met elkaar konden verbinden samen met verschillende gemeenten, duizenden inwoners en ondernemers en alle betrokken partijen is al iets om trots op te zijn. Hierdoor is een klimaatrobuuste eenheid van natuur ontstaan waar dier- en plantensoorten zich makkelijker kunnen verspreiden. Bovendien functioneert het beekdal (van de Ruiten Aa) nu in natte periodes als waterberging, waarmee we waterlast bij de Westerwoldse Aa voorkomen. We hebben een link gelegd van Ter Apel tot de kop van Groningen en dat is dus goed voor natuur, waterberging, de beleving én recreatie.”

*Voor dit artikel zijn de voornamen van de geïnterviewden gebruikt om verwarring tussen de soortgelijke achternamen te voorkomen.